Intentieverklaring

1. Het antipestteam, dat de strijdt aanbindt tegen alle vormen van pestgedrag in het onderwijs in Vlaanderen, is een vreedzame en positief geïnspireerde actiegroep, die bestaat uit talloze enthousiaste en gedreven (ex-)leerkrachten en ouders van gepeste of gediscrimineerde leerlingen en studenten. In 2003 hebben we de handen in elkaar geslagen om op een constructieve en opbouwende manier aandacht te vragen voor de ernstige problemen en schrijnende (wan)toestanden waarmee het onderwijs in Vlaanderen te kampen heeft. Wij streven ernaar drama’s zoals die zich de voorbije jaren in tal van scholen in binnen- en buitenland hebben voorgedaan zoveel mogelijk te vermijden. Bovendien willen we positieve ideeën aanreiken en voorstellen doen om tot een kindvriendelijker en voor alle partijen aangenamer onderwijs te komen. Daarbij willen we alle onderwijsnetten en alle niveaus betrekken en richten we ons tot alle personeelsleden, inbegrepen de opvoeders in internaten en opvangcentra. We ijveren voor meer openheid, wederzijds respect en luisterbereidheid met het doel het welzijn van alle betrokken partijen te vergroten en daardoor verzuring, frustratie en andere vormen van negativisme een halt toe te roepen.

Tot onze actiegroep behoren eveneens leerkrachten en personeelsleden allerhande en ouders wier kinderen zelf het slachtoffer (geweest) zijn van pesterijen, wantoestanden, barbaars machtsmisbruik en discriminatie. Vermeldenswaard is ook dat zich zelfs twee gewezen inspecteurs bij ons actieteam gevoegd hebben. Meestal is de dader dan de directeur, de beheerder, de inspecteur, de pedagogisch adviseur, de controlegeneesheer bij de AGD, de lokale schoolraad, de inrichtende macht of een combinatie daarvan. Totaal onaanvaardbaar is dat deze daders zich vaak als machtswellustelingen gedragen.

2. De hoofddoelstelling van ons antipestteam is dan ook zo spoedig mogelijk te komen tot de oprichting van een neutrale, onafhankelijke en objectieve ombudsdienst, die bovendien juridische bevoegdheid bezit binnen alle netten van het onderwijs. Hiermee bedoelen we een ombudsdienst met onbeperkte onderzoeksbevoegdheid. Dit houdt in dat men directies, beheerders, enz. die in eerste instantie weigeren mee te werken, toch tot medewerking kan verplichten. Verder zou deze dienst over een gratis 0800-nummer moeten beschikken en moet hij naar het voorbeeld van de Post en de NMBS aan de betrokkenen zo vlug mogelijk hulp kunnen bieden. Om elke vorm van favoritisme of beïnvloeding te vermijden opteren we voor een overkoepelende en netoverschrijdende ombudsdienst, ver weg van de lokale scholengemeenschappen en inrichtende machten. Deze ombudsdienst zou samengesteld moeten worden met juristen, geneesheren, psychologen, pedagogen en deskundigen met ervaring en dit naar het voorbeeld van Child Focus.

3. De Vlaamse parlementsleden zouden we willen verzoeken om door een extern auditbureau met de nodige onderzoeksbevoegdheid een dertigtal schrijnende dossiers met onweerlegbare bewijsstukken te laten onderzoeken. Gezien de ernst van de feiten zouden we het nog meer appreciëren, mocht men hiervoor een parlementaire onderzoekscommissie willen samenstellen. We kunnen echter niet dulden dat dit auditbureau, de onderwijscommissie of de ombudsdienst op enigerlei wijze misbruikt zou worden door bijvoorbeeld valse verklaringen af te leggen of met nepdossiers te komen aandragen. Om die reden zouden we het ten zeerste op prijs stellen, mochten we hierbij een beroep kunnen doen op een magistraat die iedere betrokkene onder ede kan ondervragen.
Wanneer na grondig onderzoek van deze dossiers zou blijken dat hier inderdaad sprake is van corruptie, fraude, machtsmisbruik, psychisch of fysisch geweld of andere onduldbare praktijken, vragen we dat de slachtoffers volledig in ere hersteld zouden worden. Dit houdt logischerwijze ook in dat hun voor de geleden morele en financiële schade een passende vergoeding toegekend zou worden en dat voor diegenen die ten onrechte vervroegd op pensioen gesteld werden de verloren jaren toch voor de berekening van hun pensioen meegeteld zouden worden. Bovendien ligt het voor de hand dat de schuldigen zich voor de rechtbank moeten verantwoorden.

4. Wanneer gepeste personeelsleden en ouders van gepeste leerlingen een advocaat in de arm nemen, moeten ze de honoraria voor hun prestaties uit eigen zak betalen. Het zou dan ook niet meer dan billijk zijn dat – in tegenstelling tot hetgeen nu doorgaans het geval is – diegenen die aangeklaagd worden eveneens zelf voor die kosten moeten opdraaien.

Teneinde aan alle vormen van machtsmisbruik paal en perk stellen, zouden toekomstige directeurs een mandaat van maximaal vijf jaar mogen krijgen. Ieder schooljaar zouden ze anoniem geëvalueerd moeten worden. Dat kan bijvoorbeeld door zowel de ouders als de personeelsleden een vragenlijst te laten invullen. Wanneer een evaluatie negatief uitvalt, is nog steeds remediëring mogelijk. In geval van een gunstige evaluatie kan de ambtstermijn uiteraard opnieuw met vijf jaar verlengd worden. Op die manier kunnen bekwame directeurs zowel moreel als financieel beloond worden, terwijl dictators, machtswellustelingen en pestkoppen op een democratische wijze ontslagen kunnen worden.

Hiermee samenhangend en in het belang van een gezond schoolklimaat ijveren we eveneens voor een betere opleiding van toekomstige directeurs. Het zou daarbij moeten gaan om een echte vakopleiding op maat van managers. Dit betekent dat onder meer aandacht besteed zou moeten worden aan het geheel van kennis, motivatie en vaardigheden, kortweg human resources genoemd. Ook luisterbereidheid en management- en communicatietechnieken mogen niet uit het oog verloren worden.

Vanzelfsprekend dienen toekomstige directeurs over een pedagogisch basisdiploma en over de nodige ervaring te beschikken. Verder moeten ze aan een aantal psychologische bekwaamheidstests onderworpen worden en een driejarige opleiding met succes gevolgd hebben. Aan het behalen van het directeursbrevet wordt dan wel een passende financiële vergoeding verbonden.

5. Ook willen we meer aandacht en begrip vragen voor kinderen die lijden aan een abnormale, gestoorde, ziekelijke functionaliteit. Hiermee bedoelen we afwijkingen die aangeduid worden met het voorvoegsel ‘dys’. Voorbeelden daarvan zijn dyslectie (woordblindheid), dyscalculie (rekenstoornis) en dysfasie (stoornis in het vermogen om woorden en zinnen te vormen). Extra aandacht en begrip vragen we eveneens voor andersvalide en kansarme leerlingen en voor de werkomstandigheden van hun leerkrachten en opvoeders.



Mensen die pesten, doen dat meestal om zich ‘groot’
en machtig te voelen, vaak omdat ze zich van binnen
‘klein’ en machteloos voelen.


Sheila Munro, auteur van ‘Pesten bij kinderen’