Gedichten

Gedichten


Hier vindt u enkele gedichten over "pesten" ingestuurd door mevrouw Mia Jespers


Hierbij stuur ik u graag enkele van de bekroonde gedichten van onze Meesteremyprijs 2003-2004. Het thema van de wedstrijd was 'pesten op school''. De gedichten werden geschreven door leerlingen van de derde graad van het basisonderwijs.
Het volgende gedicht van de Vlaamse dichter Jan Remy Alloing werd hen aangereikt als voorbeeld en om aan te geven dat pesten van alle tijden is. Dit gedicht werd geschreven tijdens de Eerste Wereldoorlog, toen de dichtende onderwijzer in Duitsland krijgsgevangen was en toch nog probeerde zijn opvoedende taak voort te zetten. HIj stuurde soms gedichten voor 'zijn' leerlingen op naar de school waar hij les gaf. Later werden gedichten van hem in schoolboeken gepubliceerd. Nadien kwam hij in de vergeethoek terecht, waaruit ik hem weer oppikte door mijn boek 'Meesteremy. Verzameld werk met levensverhaal van Jan Remy Alloing. 1883-1953', dat vorig jaar naar aanleiding van zijn jubileumjaar verscheen.

Het gelapte voorschootje.
Liesje stond te weenen
Lijk een Magdaleen
In den hoek der speelplaats
Droevig gansch alleen.
Doch de meesteresse
Had het ras gezien
En ze vroeg aan Liesje:
"Zijt ge ziek misschien?"
Liesje kon niet spreken
Want ze snikte luid.
"Liesje", sprak de juffrouw,
"Spreek eens ’t hartje uit."
Zuchtend zei het meisje:
"Fiene lacht met mij
"Omdat onze moeder
"Hier een lap op lei."
En ze toonde ’t schortje
’t Was zoo fijn geflikt
En zoo rein gewasschen,
’t Lapken als gestikt.
Vele tranen vloten
Wijl het kind nog zei:
"Moeder naaide ’t gistren
"En ze voegde erbij: "
" ’k Kan geen nieuwen koopen
"Altijd toe, mijn meid,
"Want ge weet het ook wel
"Dat ge vijven zijt."
"En dat onze vader
"Daar is bij den Heer."
"En van moeders oogen
"Vielen tranen neer."
Gansch ontroerd in ’t harte
Nam de juffrouw dan
Liesje in haar armen,
Lijk ’t een moeder kan.
Al de meisjes hadden
Zich in ’t rond geschaard,
Ook de stoute Fiene
Doch die stond vervaard.
"Kindren", zei de juffrouw,
"Wat er is gebeurd,
"Wat hier Fien gedaan heeft
"Dient fel afgekeurd."
"Heeft het kleed een scheure,
"Of is ’t zwart, onrein,
"Dat is schand, voorzeker.
"Dat en mag niet zijn."
"Maar een lapje, kindren,
"Moeders zorgen toont;
" ’t Is een eereteeken,
"Nooit het dus gehoond."
Fiene had begrepen
En ze vroeg pardon.
Liesje gaf een handje,
’t Spelen herbegon.
Gösloh-bij-Uchte, 10 Meert 1916.
Jan Remy Alloing of 'Meesteremy'


Een paar van de bekroonde gedichten van het vijfde leerjaar:

Een Pestkopje,
Er was eens een verschrikkelijk pestkopje,
Van alles maakte hij een mopje
Zelfs deed hij zijn klasgenoten verdriet,
Dat wist hij helemaal niet.
Hij kon alleen maar pesten,
Daarin was hij de beste!
Hij deed iedereen pijn,
Maar in zijn hartje was hij oh, zo klein
Op de speelplaats stond hij steeds alleen,
Want iedereen vond hem gemeen
Eigenlijk wil hij het pesten laten,
Want wat telt zijn echte maten.
Lennert Maes, Leuven

Pesten.

Pesten, pesten, pesten,
Is het dan nooit gedaan?
Pesten, pesten, pesten,
Wat hebben ze eraan?
Al die stomme pesters
Zij vinden zich zo cool
Al dat stomme pesten
Wat heeft het voor doel?
Zij die worden gepest,
Laten soms een traan
Zij die anderen pesten,
Wens ik naar de maan;
Een wereld zonder pesten,
Zal dat ooit bestaan?
Als we er samen aan gaan werken,
Krijgen we het wel gedaan!
Brecht Mombaerts, Zoutleeuw


Een paar van de bekroonde gedichten van het zesde leerjaar:



(zonder titel)
Aan pesten
doe ik vaak
mee
Met een
leger tegen
één
Kwetsende kanonnen
struikelen over
mijn lippen
Wie stopt dit gevecht?
Anaelle Delhaye, Beselare

(zonder titel)

Ik ben een koe
zonder melk
Een kameel
zonder bulten
Een vis
zonder vinnen
Een kind
zonder vrienden
Want ik ben donker
als de nacht
als de duisternis.
Emiel Malfait, Bellegem

Gepest zijn

Een gloeiende vuurbol van
spuwende woorden
Vlammen slaan uit
zijn verschrikkelijke muil
Donkere dagen
ik ben beschadigd
en breek in twee.
Bjorn Depinois, Beselare

Tot zover enkele van de vele gedichten. Ik hoop dat ze kunnen bijdragen om getroffen kinderen te helpen.
Met mijn dank voor de belangstelling en graag tot later, wie weet...

 



Deze gedichten werden ons bezorgd door onze goede vriend en collega Karel Scherpereel uit de Gesubsidieerde Vrije Bassischool "De Zonnetuin" te Sint-Kruis Brugge.
Karel Scherpereel was met zijn school "De Zonnetuin" de eerste laureaat van de Koning Paolawedstrijd met het anti-pest-project "Er zit een schat verborgen in jezelf".
Voor meer info over het prachtige anti-pest-project "Er zit een schat verborgen in jezelf": De.Zonnetuin@advalvas.be

Geschreven door kinderen van 11 jaar.


Vriendschap

Sommige mensen willen geen vrienden zijn
En dat is helemaal niet fijn.
Je vriendenkring kunnen uitbreiden
Dat mag je zeker niet vermijden.
Want met vrienden om je heen
Daarmee kan je spelen als geen een
Zo ga jij je nooit vervelen
En zullen er heel veel naar je mailen.
Koenraad Sibbens


Hou Vast
Hou in je hart de liefde vast
laat het niet verknoeien,
anders kan de wereld niet meer bloeien.
Hou vast aan het respect
zodat je jezelf bent,
en ook een ander kent.
Hou vast aan vriendschap
Zonder te dwingen
Zodat ieders hart kan zingen.
Hou vast wat goed is en oprecht
Laat los wat donker is en slecht.
Kristoff Van Gompel


Vriendschap
Vriendschap is iets tof
Vriendschap is niet grof
Leeftijd speelt hier geen belang
Vrienden hebben kan je je leven lang.
Vriendschap is niet alleen plezier verzinnen.
Vriendschap is beleven en beminnen.
Vriendschap is heel zachtjes wrijven.
Eigenlijk kan ik echte vriendschap moeilijk omschrijven.
Tineke Bacqué


Er waren eens…
Er waren eens zes ventjes blij,
Ze zagen elkaar graag.
Maar plots kwam daar een ventje bij
En pakte ze bij de kraag.
Ze waren ongelukkig en heel stom
En dreven wel vlug uiteen.
Echt niemand keek nog naar hun om
Ze werden slecht en ieder werd gemeen
Ze deden zoals Mispunt wou,
Ze riepen, tierden, slaan en schopten.
Mispunt dacht wel al heel gauw,
Dat het beter was als ze stopten.
Dus Mispunt deed goed z’n best
En had verdriet voor wat hij deed,
Hij zei het tegen al de rest,
Dat het hem heel erg speet.
De zes ventjes, eigenlijk allemaal,
Hadden nu een nieuwe vriend.
‘Schat’, riepen ze wel duizendmaal
want dat had hij echt verdient!
Emma Holleman


De zeven mannetjes
Er waren eens zes mannetjes,
Door elkaar zo teer bemind
Ze waren elkanders bondgenoot,
Elkanders beste vrind.
Maar toen kwam er een mannetje
Dat pestte er op los
Niemand kon er onderuit
En ieder was de klos.
Hij brak van elk hun hartje
En ze dreven langzaam uiteen
Ze waren allemaal zo triest
En helemaal alleen.
Zelfs dat ene mannetje
Dat iedereen had gepest
Voelde zich echt rottig
Nog meer zelfs dan de rest
Hij vond dat hij zich moest excuseren
Want wat hij deed was echt verkeerd
Hij zei sorry tegen iedereen
En heeft er veel van bijgeleerd.
Dus de moraal van dit verhaal
Doe nooit een ander pijn
Niet vanbuiten én vanbinnen
Leer elkaar toch te beminnen
Want niemand is zoals hij had willen zijn.
Josefien Voets

 



Muziekstuk 


Hieronder vindt u een muziekstukje : muziek.doc